Klik in het dashboard op ‘Specificaties‘ en open het tabblad ‘Ingrediënten’.
Klik rechts in het scherm op ‘Toevoegen‘.
Typ de naam van de grondstof (verplicht), dit is de naam zoals deze in de lijst met ingrediënten verschijnt en zoals je deze straks ook kunt terugvinden onder ‘Grondstoffen’. De labelnaam wordt automatisch gelijk gehouden aan de ingevoerde naam. Echter deze kan indien gewenst direct handmatig worden aangepast. De labelnaam wordt gebruikt op receptlabels. Producten met eenzelfde labelnaam worden samengevoegd in de ingrediëntenlijst.
Voer een (intern) ingrediëntennummer en indien van toepassing een E-nummer in (bijvoorbeeld E415).
Selecteer indien gewenst een categoraal welke je wilt koppelen aan het ingrediënt. Bijvoorbeeld: indien je alle groenten in de ingrediëntendeclaratie wilt clusteren en je hebt het ingrediënt ‘wortel’ ingevoerd, dan kies je voor de categoraal ‘groenten’.
Selecteer indien van toepassing het allergeen of de allergenen die in het ingrediënt aanwezig zijn.
Indien gewenst kun je direct additionele talen toevoegen, zodat indien je etiketten in andere talen wilt samenstellen de vertaling voor dit ingrediënt ook direct gereed is. Klik daartoe rechts naast ‘Additionele talen’ op ‘Toevoegen…’. Selecteer de specificatietaal (deze dient vooraf te zijn ingevoerd onder ‘Instellingen’, ‘tabblad specificaties’, ‘Specificatietaal’, lees hier de instructie over het invoeren van deze talen).
Voer vervolgens de labelnaam in (dit is de vertaling van de Nederlandse labelnaam naar de geselecteerde taal). Bijvoorbeeld: ingrediënt ‘tomaat’ is ingevoerd, gekozen additionele taal is ‘Engels’, in te voeren labelnaam is ‘tomato’.
Klik op ‘Opslaan‘ om het ingevoerde ingrediënt op te slaan of klik op ‘Opslaan en nieuw‘ om het ingevoerde ingrediënt op te slaan en direct een nieuw ingrediënt aan te maken.
Alle aangemaakte ingrediënten zijn terug te zien in het overzicht met ingrediënten.